Van Eyck Diagrams in De Standaard

Attention! This review needs to be read in a dialectical way in order to get its point:

The proof of the instant cult of VAN EYCK DIAGRAMS is in the contradiction between the written praise and the rather bad grades!

(As someone once said after our concert: I didn’t like it, but I enjoyed it!)

Don’t miss it, it's tomorrow, Friday, in De Bijloke because after that, the movie will be on the Flemish cultural Index (sequel of Flemish cultural Canon), only spread through illegal copies disguised as VHS porn cassettes.

And is there a nicer event to share and celebrate than watching a movie together on the big screen?

De Standaard Geert Van der Speeten Recensie film:                                    

De barsten in Van Eyck    

There is a crack in ­everything’, dus ook in Van Eyck. Graindelavoix zoekt zijn donkere kant op in een concertfilm.  

Het zou een concert worden, een ­lezing, dan weer een muziektheatervoorstelling. Uiteindelijk ligt er een ambitieus filmproject voor. Het ­oudemuziekensemble Graindela­voix dook diep in Dark Van Eyck, hun gelijknamige website, met essays die het canonieke onderzoek naar de laatmiddeleeuwse fijnschilder willen counteren. Als spilfiguur voeren ze Gerard Van den Acker op, een fictieve kunsthistoricus die hengelde naar verborgen betekenissen in het oeuvre. Zijn kapitale ontdekking: de perspectieflijnen van het Arnolfini-portret, die uitmonden in een vlekje dat een glimworm blijkt te zijn. Van den Acker wrikt de schilderijen open, om in de barsten een landkaart van contradicties te ontdekken.

Zijn diagrammen, schematische bespiegelingen die doorverwijzen naar Bacon of Rauschenberg, bleven bewaard in een ouderwetse diacarroussel. In de film worden ze gekoesterd als relikwieën. Zeulend met zijn metalen koffer begint Opper-Grain Björn Schmelzer aan een bedeltocht die van Gent naar het Portugese ­Arraiolos voert. Bronnen zat, voor deze filosofische roadmovie: complottheorieën à la The Da Vinci code,borgesiaanse mystificaties, zelfs een licht-hilarische variant van de film noir. Naast lichtvoetigheid krijg je ook een overvloed geserveerd aan talking heads, en dat van niet-professionele acteurs.

‘De situatie’

Intussen leren we hoe ware kunstenaars moeten knokken om hun ­verhaal kwijt te kunnen – en hoe ­wereldvreemd ze zijn. In volle pandemie arriveert de huurtruck van Graindelavoix aan de Bijloke, om een productie op te bouwen en te repeteren. Er is ‘de situatie’, zo krijgen ze te horen in de eerste twintig minuten van wat een covid comedy lijkt te worden. Alles is afgelast. Waarop het zangerskwartet onderdak vindt in de verlaten Gentse Sint-Baafs­abdij. Waarvan het gerucht gaat dat ze afgebroken wordt, zegt de huisbewaarder – een opmerkelijk filmdebuut voor architect Paul Robbrecht.

Steak haché

In het schemerduister van de abdijruïnes wordt een steak haché bereid zoals Van den Acker die graag lustte. De kunsthistoricus haatte zangers, met hun grimassen en verwrongen gezichten, zoals ook de zingende ­engelen op het Lam Gods dat demonstreren. De stiltes en pauzes in de muziek waren hem het liefst. Je moet hem ongelijk geven, telkens als de ongepolijste sound van Graindelavoix opduikt. Schmelzer bracht een prachtverzameling fragmenten bijeen, onversneden meerstemmigheid van Guillaume Dufay en Gilles Binchois, maar ook van minder ­bekende meesters als Matteo de ­Perugia of Jacob Senleches. Tussen de gotische gewelven bloeien de ­sobere stemmen helemaal open.

In Arraiolos, een plek waar Van Eyck misschien op doorreis verbleef, volgt het demasqué. De plaatselijke overheid droomt er van een Van Eyck experience, ‘waarbij de simulatie zelfs echter lijkt dan de echte werken’. Schmelzer weigert de diagrammen ervoor in te schakelen.

In Gent dwalen zijn zangers intussen met augmented reality-brillen door het bezoekerscentrum van het Lam Gods en zien ze in het multimediaal spektakel in de Sint-Niklaaskerk de panelen in vlammen opgaan. Het is een dystopisch slot, met onverholen kritiek op de toeristische piste waarop het Van Eyckjaar inzette. Met als alternatief: opnieuw, en grondig, in het werk duiken. Ook al is dat met een knipoog.